Helena Rasker, mezzosoprano ~ photo copyright joris jan bos fotografie
Helena Rasker, mezzosoprano ~ photo copyright joris jan bos fotografie
Concert Programs
   
 
     
 


Goethe's vrouwen

Marlis Petersen, sopraan
Reinild Mees, piano
Klaus Bertisch, regie
mmv Michel van Reijn, licht

 

 
 



Maandag 14 december 2009 20.15 uur, Musis Sacrum, Arnhem


Productie Stichting 20ste-eeuwse Lied

Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) geldt als de belangrijkste schrijver van de klassieke literatuur. Goethe's gedichten, toneelstukken, proza en theoretische verhandelingen fascineren de theatermakers, componisten, wetenschappers en lezers van nu nog net zo als in zijn eigen tijd. Goethe's grote wens om zelf een libretto voor een belangrijke componist te schrijven, bleef echter onvervuld. Het kwam noch tot een verhoopt samenwerken met Wolfgang Amadeus Mozart, noch met Ludwig van Beethoven, voor wie hij al een ontwerp klaar had. Slechts enkele van zijn Singspiele op muziek van reeds lang vergeten componisten werden nu en dan in operahuizen opgevoerd. Goethe's gedichten hebben echter wel ontelbare componisten geïnspireerd tot het schrijven van liederen, vanaf zijn eigen tijd tot en met de 20ste eeuw.

In zijn toneelstukken komt men de meest uiteenlopende vrouwenfiguren tegen, van het verkrachte Gretchen in Faust tot en met de tragische heldin Stella in het gelijknamige drama. In het programma Goethe's vrouwen wordt de theatertheoreticus Goethe aan de hand van zijn eigen personages en teksten onderzocht en wordt een aantal van deze vrouwenfiguren op humorvolle wijze theatraal tot leven gebracht. Zo treden bijvoorbeeld Gretchen uit Faust, Klärchen uit Egmont en Philine en Mignon uit Wilhelm Meister op. Al deze uiteenlopende karakters, als contrast tegenover elkaar gezet, worden gespeeld door één persoon, de fascinerende, hoogst virtuoze sopraan Marlis Petersen. Dat zij bij deze theatrale en muzikale tour de force af en toe ook in de rol van haar mannelijke tegenspelers kruipt, verhoogt de spanning alleen maar. Ook laat het Goethe's diversiteit zien en worden de liederen erdoor in een nieuw licht geplaatst: zo lijkt het logisch dat de duivelse Mephisto met zijn hoorntjes en staart opduikt, omdat men door zijn diabolische toverkracht de irrationele reacties van de vrouwen plotseling beter begrijpt.

Zo verschillend als de vrouwen, die Marlis Petersen speelt, zo uiteenlopend zijn ook de componisten, die aan bod komen. Een breed muzikaal spectrum wordt geboden met liederen van bekende klassieke componisten als Ludwig van Beethoven, Franz Schubert, Robert Schumann en Hugo Wolf tot en met Othmar Schoek, Ernst Krenek en Alexander von Zemlinsky als belangrijke vertegenwoordigers van de modernere liedkunst. Steeds blijkt hoe Goethe probeerde vrouwen te doorgronden. Of zijn eigen veelvuldige relaties met vrouwen hem daarbij geholpen hebben, blijft een open vraag ...

 
 
 
 

Repertoire

Othmar SchoeckParabase
  
- Tekst - 
  
Gretchen 
Richard WagnerGretchen am Spinnrade
Richard WagnerAch neige, du Schmerzensreiche (Melodram)
Nicolai MedtnerVor Gericht
Ferruccio BusoniLied des Mephisto
Alexander ZemlinskyElfenlied
  
Wilhelm KempffÜber allen Gipfeln ist Ruh
  
- Tekst - 
  
Stella 
Franz SchubertHeidenröslein
Ernst KrenekMonolog der Stella
  
- Tekst - 
  
Charles IvesIlmenau (Über allen Gipfeln ist Ruh)
  
- - P A U Z E - - 
  
Paul DessauLiebeslied
  
- Tekst - 
  
Klärchen 
Richard StraussZugemessene Rhythmen
Ludwig van BeethovenFreudvoll und leidvoll
Ludwig van BeethovenDie Trommel gerühret
Franz SchubertDer Rattenfänger
  
Nicolai MedtnerÜber allen Gipfeln ist Ruh
  
- Tekst - 
  
Mignon & Philine 
Alphons DiepenbrockKennst du das Land, wo die Zitronen blüh'n
Hanns EislerWas ich dort gelebt, genossen
Hugo WolfMignon: Nur wer die Sehnsucht kennt
Hugo WolfPhiline
Hugo WolfMignon: So lasst mich scheinen
  
- Tekst - 
  
Helena 
Manfred TrojahnHelena World Première
  
Robert SchumannÜber allen Gipfeln ist Ruh
 
 
 
 
BIOGRAFIEËN

Aan de Musikhochschule Stuttgart studeerde de Duitse sopraan Marlis Petersen piano, dwarsfluit en schoolmuziek, voordat zij haar zangstudie afsloot bij Sylvia Geszty. Na een jazz- en stepdance opleiding aan de NY-City-Dance School Stuttgart stapte zij definitief over naar de klassieke muziek. In 1994 hat zij haar eerste engagement bij de Städtischen Bühnen Nürnberg en zong daar voor het eerst rollen als Ännchen (Der Freischütz), Blonde (Die Entführung aus dem Serail), Oscar (Un ballo in maschera), Adele (Die Fledermaus), Zerbinetta (Ariadne auf Naxos) en Königin der Nacht (Die Zauberflöte). Al snel volgden gastoptredens aan de grote Duitse operahuizen. Als concertzangeres maakte zij naam in Europa en de USA door optredens met dirigenten als Lorin Maazel, Marcello Viotti, Antonio Pappano, Jeffrey Tate, Ingo Metzmacher, Friedrich Haider, Christoph Eschenbach, Michel Corboz, Myung-Wung Chung wn Jonathan Darlington. Haar grote belangstelling voor historische uitvoeringspraktijk resulteerde in intensieve samenwerking met specialisten als Helmuth Rilling René Jacobs, Ton Koopman en Trevor Pinnock. Van 1998 tot 2003 was Marlis Petersen vast verbonden aan de Deutschen Oper am Rhein in Düsseldorf en vierde daar triomfen als Susanna (Le Nozze di Figaro), Morgana (Alcina), Norina (Don Pasquale), Sophie (Der Rosenkavalier). Tegelijkertijg kwam haar grote internationale carrière op gang: in mei 2000, debuteerde ze als Alban Bergs Lulu aan het Staatstheater Kassel, daarna werd zij uitgenodigd door de Staatsoper te Wenen en Hamburg, en in 2010 zal zij deze rol aan de MET New York zingen.
Zij was Oscar (Un ballo in maschera) bij de Bregenzer Festspiele, Adele (Die Fledermaus) bij de Opéra National de Paris, en Zerbinetta (Ariadne auf Naxos) in Covent Garden te Londen. In het jaar 2005 debuteerde Marlis Petersen aan de MET New York en bij de Salzburger Festspiele, in 2006 aan de Lyric Opera Chicago en bij het Festival van Aix-en-Provence.
Ook als liedzangeres treedt Marlis Petersen steeds vaker op. Haar CD-opname vorig jaar van de Liebeslieder-Walzer van Johannes Brahms voor Harmonia Mundi werd onderscheiden met meerdere prijzen, waarna een uitvoerige toernee langs Europese muziekzalen volgde.


De Nederlandse pianiste Reinild Mees concentreerde zich - na haar opleiding bij Gérard van Blerk, Noël Lee en Malcolm Frager - op het begeleiden van zangers en instrumentalisten in recitals. Zij treedt veelvuldig op, ook in radio- en televisie-uitzendingen aan de zijde van solisten als Olaf Bär, François Le Roux, Amanda Roocroft, Claudia Barainsky, Claron McFadden, Tania Kross, Johannette Zomer, Marcel Reijans en vele anderen. Naast het begeleiden van masterclasses van zangers als Elisabeth Schwarzkopf, Grace Bumbry, Irmgard Seefried en Galina Vishnyevskaya speelde ze ook vaak als begeleider bij internationale competities.
Als vocal coach gaf Reinild Mees les op het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium, het Europese Centrum voor Opera en Vocale muziek te Gent, de Opera Studio Nederland en aan de faculteit muziek van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Voor het platenlabel Channel Classics maakte zij een vijftiental cd's met liederen van Robert Schumann, Franz Schreker, Ottorino Respighi, Edward Elgar en Karol Szymanowski, waarvoor zij lovende recensies kreeg van internationale muziekbladen als Gramophone, Fono Forum, Musica en Luister. Voor de Complete Songs of Karol Szymanowski kreeg zij de Szymanowski Award, de Fryderyk Award en een hoge onderscheiding van de Poolse minister van cultuur uitgereikt.
In 1998 richtte Reinild Mees de Stichting 20ste-eeuwse Lied op, om het vocale oeuvre van "vergeten" liedcomponisten uit de vorige eeuw weer onder de aandacht te brengen. Als artistiek leider van deze stichting stelt zij programma's samen onder de titel Spotlights.


De in Nederland gevestigde Duitse regisseur en dramaturg Klaus Bertisch studeerde Engelse en Duitse taal- en letterkunde, pedagogiek en kunstzinnige vorming aan de Johann Wolfgang Goethe Universiteit te Frankfurt. Van 1979 tot 1987 was hij dramaturg aan de Oper Frankfurt onder Michael Gielen, en gastdramaturg bij de operahuizen in Freiburg, Gelsenkirchen en Brussel. Vanaf 1987 was hij als dramaturg en auteur werkzaam voor onder andere het Siemens Kultur Programm te München, het Nationaltheater Mannheim, de Alte Oper Frankfurt, de Hessische Rundfunk, de Volksoper Wien, de Ludwigsburger Festspiele, de Oper Leipzig, de Opera te Essen en de Opéra du Rhin in Straatsburg. Bij het Volkstheater München nam hij de dramaturgie voor een toneelproductie op zich en acteerde hij zelf in de wereldpremière van Franz Helms Kaktus (1989). Met co-regisseur Marcel Sijm realiseerde het project Verschollen (liederencycli van Janácek en Argento) op een voormalig kolenmijnterrein in Essen, en The Rake's Progress (Stravinsky) en Groots en meeslepend wil ik leven (Puccini/Martinu/Ansink) in Amstelveen. In het Amsterdamse Concertgebouw regisseerde hij Die lustige Witwe van Franz Lehár en De spelers, een onvoltooide opera van Dimitri Sjostakovitsj. Met regisseur Willy Decker werkte hij als dramaturg samen aan Der Ring des Nibelungen voor de Semperoper te Dresden, Korngolds Die tote Stadt en Verdi's La Traviata bij de Salzburger Festspiele en aan Brittens Death in Venice in Barcelona. Klaus Bertisch is als docent verbonden aan de Opera Studio Nederland, waar hij ook de soloavonden Food of Love met countertenor Robert Ogden en Vrouwen, liefde, leven met Ellen van Beek regisseerde. Voor Stichting Het 20ste-eeuwse Lied stelde hij eerder al een Rilke-programma (met mezzosopraan Margriet van Reisen en bariton Martijn Sanders) en een Heine-programma (met de Duitse bariton Olaf Bär) samen die hij tevens regisseerde. Naast talrijke bijdragen aan boeken en tijdschriften behoren tot zijn belangrijkste publicaties de verzameling Schwanenmärchen en een boek over regisseur Ruth Berghaus. Klaus Bertisch is sinds 1990 dramaturg bij De Nederlandse Opera.


Lichtontwerper Michel van Reijn werd geboren in 1957. Na de Middelbare School en de Fotovakschool ging hij werken als technicus bij pantomimetheater Rob van Reijn. In 1982 zette hij zijn eerste schreden als lichtontwerper, vanaf 1986 is hij in die functie werkzaam bij het Muziektheater in Amsterdam waar hij tevens meerdere malen workshops van Het Nationale Ballet en De Nederlandse Opera geleid heeft. In 1988 werkte hij als gast-belichter bij de Bayreuther Festspiele mee aan de productie Der Ring des Nibelungen. Met een studietoelage liep hij stage in de V.S. (1989) bij gerenommeerde lichtontwerpers zoals Jennifer Tipton, Jim Ingalls, Tom Munn en Jean Kallman. Daarna maakte hij vele lichtontwerpen voor diverse opera-, theater- en dans producties, waaronder het Holland Festival, Torchsong trilogie met Eddie Habema, King Lear met Marcel Sijm, Demonisch drama voor het L.S.O i.s.m. John Bröcheler, Kameropera Stalin en De smaak van paardehaver, Nachtvlinders, Iphigenie en Tauride bij Opera Zuid en eindvoorstellingen voor de Balletacademie.
Sinds 2000 is hij tevens examinator bij de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, voor het vakonderdeel belichting.




Goethe's vrouwen wordt ondersteund door KPMG, Duitse Ambassade Den Haag, Genootschap Nederland-Duitsland, Goethe-Institut Amsterdam, SNS Reaalfonds, St. Fonds voor de Geld- en Effectenhandel, St. Elise Mathilde Fonds en het Internationaal Vocalisten Concours